Normal_umcg__groningen

​“Investeren in opleiden van nieuwe medewerkers, werkdrukverlaging en nieuw- en verbouw”, dat zijn volgens UMCG-bestuursvoorzitter Jos Aartsen de belangrijkste opgaven waar het UMCG in 2019 voor staat. Tijdens zijn nieuwjaarsrede op 8 januari benadrukte Aartsen dat alleen zo het UMCG samen met andere zorgaanbieders alle inwoners van Noord-Nederland de zorg kan bieden die ze nodig hebben. Hij riep op tot verdergaande samenwerking in Noord-Nederland om de gezamenlijke ambities op het gebied van onderzoek en innovatie en gezond ouder worden, waar te maken.

Met de heropening van OK’s en IC-bedden, het opleiden van vele nieuwe (gespecialiseerde) verpleegkundigen en ondersteuners en de uitbreiding van medium care-units brengt het UMCG in 2019 de capaciteit weer op orde. “Onze inspanningen zullen, net als in 2018, gericht zijn op het behouden, opleiden en werven van goedgekwalificeerd personeel.” Om de werkdruk voor de verpleging te verlagen heeft de raad van bestuur in de begroting van 2019 3 miljoen euro vrijgemaakt voor extra verpleegkundig personeel. De maatregelen om de werkdruk te verlagen zullen in de loop van 2019 vruchten af gaan werpen. “We prijzen ons gelukkig met duizenden uiterst gedreven zorgprofessionals die werken aan de ontwikkeling van hun vak en daarbij het belang van hun patiënten nooit uit het oog verliezen. Die inzet en flexibiliteit maakt dat we nu de weg omhoog hebben ingezet.”
 
Financiële gezondheid
Het UMCG verwacht over 2018 een positief financieel resultaat te kunnen boeken. Het kostenreductieprogramma dat in 2018 is ingezet en ook in 2019 doorloopt, is nodig om ondanks stijgende kosten innovatief te blijven en noodzakelijke investeringen te kunnen doen. Zoals de grootscheepse verbouw en nieuwbouw van de zogeheten hotfloor (operatiecomplex, spoedeisende hulp en IC’s) de nieuwbouw van Psychiatrie, de renovatie van de poliklinieken (deels al in 2018 afgerond) en verpleegafdelingen, die gezamenlijk zo’n 350 miljoen euro gaan kosten. 
 
Regionale samenwerking
Aartsen benadrukte de noodzaak tot regionale samenwerking, niet alleen tussen ziekenhuizen maar ook met de andere zorgaanbieders. “In plaats van elkaar te beconcurreren, moeten we de handen ineen slaan om voor iedere inwoner van Noord-Nederland goede en betaalbare (ziekenhuis)zorg toegankelijk te houden. Niemand is gebaat bij omvallende ziekenhuizen zoals in Lelystad.” Net als RUG-bestuurder Jouke de Vries deed Aartsen een oproep om de regionale krachten te bundelen: bestuurlijke samenwerking in dossiers die de hele regio raken, van gasdossier tot HSL, is noodzakelijk om de belangen van de alle mensen in Noord-Nederland te behartigen en om van het Noorden de sterke regio te maken die het in potentie is. 
 
UMCG Innovatieprijzen en Mandema-stipendia
Decaan en bestuurder Marjan Joëls blikte ook terug op 2018, waarin UMCG'ers zeer succesvol zijn geweest in het verkrijgen van subsidies voor relevant wetenschappelijk onderzoek. In 2018 werd de nieuwe research strategie van het UMCG vastgesteld; komend jaar wordt verder gewerkt aan drie pijlers van onderzoek: inzicht in mechanismen van ziekte, voorkomen van (verspreiding) van ziekte, en innovatieve behandelingen.
 
Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst reikte zij de UMCG Innovatieprijzen uit. De prijzen van ieder maximaal 50.000 euro, zijn bedoeld om vernieuwende ideeën van medewerkers, gerelateerd aan Healthy Ageing, te realiseren. 
 
De Innovatieprijs Zorg werd uitgereikt aan Patrick van Rheenen en Anneke Muller Kobold.  Zij ontwikkelden een diagnostische thuistest voor kinderen om de calprotectinewaarde te meten in ontlasting (ontstekingsremmend eiwit) die de ernst van opvlamming van chronische darmziekte aangeeft. De Innovatieprijs Onderzoek ging naar Diana Spierings doet onderzoek naar variatie tussen cellen die leidt tot verschillen in genexpressie en eiwitexpressie . Zij gaat een techniek ontwikkelen waarmee de genexpressie en erfelijke code van individuele cellen is te meten. De Innovatieprijs Onderwijs & Opleidingen ging naar Patrick Nieboer voor de ontwikkeling van een  trainingsprogramma ‘effectief samenwerken en leren’ voor operatieteams. 
 
De jaarlijkse Mandema-stipendia, een persoonsgebonden beurs waarmee jonge, gepromoveerde arts-onderzoekers tijdens hun opleiding een eigen onderzoekslijn kunnen opbouwen, gingen naar Hans van der Horn, Madelein van der Stouwe en Jozine ter Maaten. Van der Horn doet onderzoek bij patiënten op de spoedeisende hulp die  licht traumatisch hersenletsel hebben, zoals een hersenschudding. Van der Stouwe onderzoekt tremoren (trilling van de handen) in families waar dit voorkomt. Ze richt zich op de verschillen in trilling tussen personen en welke genen hierbij betrokken zijn. Ter Maaten doet onderzoek naar een meer gepersonaliseerde behandeling van patiënten met acuut hartfalen.