Met mijn reisgezelschap – mijn zussen Margriet, Aline en Anne en hun vriendjes Cees, Ramon en Ward – toog ik in alle vroegte naar onze nationale luchthaven Schiphol om naar Sevilla af te reizen. Gelukkig was iedereen ruim op tijd en konden we achter de douane nog een kop koffie drinken, een broodje eten en de nodige sigaretten wegwerken. Nu moet u weten dat ik lichtelijk last heb van vliegangst en een sigaret maakt mij rustig.
Bij de gate trof ik tot mijn grote verbazing een bekend persoon aan in de voetbalwereld. Martin van Geel, technisch directeur bij Feyenoord, en zijn vrouw waren ook bij de gate. Of mevrouw van Geel, een van de Feyenoords masseurs had meegenomen werd mij niet duidelijk. De vrouw van Martin van Geel staat er om bekend om van deze dienst gebruik te maken volgens voetbalanalist- en kenner Johan Derksen.
Na een kleine drie uur vliegen kwamen we aan op Sevilla-Airport. Wachten op onze bagage hoefden we niet, omdat we alleen een kleine koffer of tas als handbagage bij ons hadden. Wel moesten we voordat we een taxi namen even geld pinnen. De zoektocht naar een geldautomaat duurde wel even, maar nadat we er een gevonden hadden konden we richting ons hotel Don Paco in het centrum van Sevilla. Bij Don Paco aangekomen konden we, in tegenstelling tot wat er in de brochure stond, meteen onze kamers betrekken en ons echt klaarmaken voor de ontdekking van Sevilla.
Sevilla, de geboorteplaats van de Spaanse dans flamenco, ligt aan de Guadalquiver-rivier en is de hoofdstad van de Spaanse autonome regio Andalusië. De stad is gesticht door Hercules – een Heros uit de Griekse Mythologie – rond 1000 v.Chr. Sevilla heeft ruim 700.000 inwoners en is de belangrijkste stad van zuid-Spanje. De stad heeft het grootste historische centrum van Europa, waarin bezienswaardigheden zoals de Kathedraal van Sevilla met de toren Giralda, Het Alcázar en de Torre del Oro de belangrijkste zijn.
Nadat we ons opgefrist hadden besloten we eerst een wandelingetje te gaan maken door de stad om een mooie locatie te zoeken voor de lunch. Als je door het centrum van Sevilla loopt, loop je door smalle straatjes – het centrum van de stad is daardoor auto-onvriendelijk – naar verschillende pleintjes, als het Plaza de Mayor waar gezellige cafeetjes, tapasbarretjes en restaurants zitten. Er staan langs die smalle weggetjes schitterende historische gebouwen en het geeft een gezellige en een ietwat romantische sfeer. Op een van die pleintjes streken we neer voor een lunch.
Na de lunch bezochten we, na lang zoeken, de Kathedraal van Sevilla met Giraldatoren. Het is een grote gotische Kathedraal en in het Spaans heet hij 'Catedral de Santa María de la Sede'. De kathedraal is tevens de hoofdkerk van het aartsbisdom van Sevilla. De Kathedraal is gebouwd waar voorheen de Moorse hoofdmoskee stond. Die moskee werd in de twaalfde eeuw gebouwd en werd na de christelijke verovering omgebouwd tot de kathedraal. Enkele onderdelen van de moskee bleven gespaard en kunt u nu nog terugzien.
Wij vonden het een schitterende kerk die na de Sint-Pietersbasiliek in Rome en de St Paul's Cathedral in Londen het grootste kerkgebouw van Europa is. Wel is de kathedraal het grootste gotische kerkgebouw ter wereld. Je kunt na het betalen van de entree de gehele geschiedenis van de kathedraal zien. Er hangen mooie schilderijen van vroeger en de bouwkunst is ook schitterend. Ook kun je de Giralda-toren – het aanzicht van de stad – beklimmen en je hebt dan werkelijk een schitterend uitzicht over de stad Sevilla. Uren kun je er spenderen en het is zeker de moeite waard.
Na het bezoek was het tijd voor een terrasje en Spaanse tapas. Onder een heerlijk Spaans zonnetje en met een temperatuurtje van boven de 20 graden Celsius is het heerlijk vertoeven in de straten van Sevilla. We genoten met volle teugen en er werden goede gesprekken gevoerd met de nodige humor. Zo werd het nieuws besproken over de beruchte uitspraak van Geert Wilders. We hadden lol, er werden selfies gemaakt en gepraat over koetjes en kalfjes. Na een paar uurtjes vonden we het tijd voor wederom een wandeling door de stad en gingen we op zoek naar een restaurant voor het avondmaal.
We kwamen uit bij een tentje aan de rivier. Nadat onze pizzatent nog gesloten bleek – Spanjaarden eten vrij laat – liepen we door naar een terrasje. Na de nodige tapas van eerder die middag had niemand echt honger en besloten we nogmaals tapas te bestellen. Gelijk een hele berg, dat was wel zo gemakkelijk. Je moet vooral de hammen proberen die zijn erg lekker. Hier bleken de tapas echter minder te smaken dan eerder die middag, maar ze waren goed te doen.
De avond viel in, de temperatuur nam af, onze buikjes zaten vol en we werden na deze lange intensieve dag moe. Tijd dus om terug te lopen naar ons hotel voor de nachtrust. Voldaan plofte ik op bed en viel als een roos in slaap.
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn