Normal_image-2017-03-08

27 juli was het 6 jaar geleden dat mijn vader overleed. Gek eigenlijk, dat naarmate je ouder wordt, een sterfdatum onderdeel wordt van je ‘jaarkalender’. Mijn dag begon als gewoonlijk: ontbijt, de hond uitlaten en op weg naar een afspraak. Op weg las ik het bericht dat bijna een kwart van de wijkverpleegkundigen de mantelzorger ook als hulpvrager ziet. Dit blijkt uit onderzoek onder de leden van de beroepsvereninging verpleegkundigen en verzorgenden V&VN. Het is goed om hier vast te stellen dat het gaat om de inwonende mantelzorger. Ik lees verder dat verpleegkundigen in sommige gevallen zelfs taken van de inwonende mantelzorger op zich nemen. Als reden wordt onder andere aangevoerd dat de uitwonende mantelzorger vaak verder weg woont en de wijkverpleegkundige ‘het dan maar doet’.

Door #Nieuwedenkersindezorg

Dan valt mijn blik op deze zin: “..Ik maak de badkamer niet schoon, maar doe wel dingen die de kwaliteit van leven bevorderen.”  De gehele dag blijft deze zin in mijn hoofd hangen. Wat is kwaliteit van leven? Wat betekent dit voor mij als uitwonende mantelzorger en hoe definieerde mijn vader dit toen hij nog leefde. Mijn vader en ik stonden dikwijls lijnrecht tegenover elkaar als het ging om de hoeveelheid zorg, ontlasting van mijn moeder en introductie van hulpmiddelen. Het keerpunt kwam na gesprekken met zussen en broer. Laten we faciliteren op datgene wat voor mijn vader belangrijk is: de dagelijks krant, het nieuws volgen, lekker eten, uitstapjes, naar de kerk, mensen ontmoeten. Met andere woorden: het ging hier niet alleen meer om wie hem kwam wassen en aankleden. Zorg en hulpmiddelen werden slechts een middel om het thuis wonen mogelijk te maken. Centraal kwam te staan zijn definitie van kwaliteit van leven. Hierdoor werd de intensieve zorg aan huis ook anders beleefd door zowel mijn vader, moeder als wij.

Ik begrijp de situatie waarbij de wijkverpleegkundige taken overneemt. Daarom stel ik de vraag: wat heeft de wijkverpleegkundige nodig om niet alleen te signaleren maar ook om te verbinden? Zodra een wijkverpleegkundige of een thuiszorgorganistie voor het eerst bij iemand thuiskomt gaat het in eerste instantie over de te leveren zorg. Maak het breder: spreek over kwaliteit van leven van de cliënt. Zet verder vanaf dag 1 zaken in kaart wie er ingezet kan worden voor het volgende: huishouden, boodschappen, koken, administratie, kleine klusje, etc. Betrek en verbind het netwerk van de cliënt met elkaar: van de uitwonende mantelzorger, vrijwilligersorganisaties tot initiatieven als Zorg voor Elkaar, We Helpen en Bijzonder Thuisafgehaald.

De wijkverpleegkundige signaleert dat de lamp het niet doet in de badkamer van meneer Janssen van 82 jaar. Kan hij of zij er voor kiezen om 1-2-3 snel een nieuw lampje in te draaien. Of op de lijst kijken wie gebeld kan worden ‘voor de kleine klusjes’. Tegenwoordig is er een hele rits aan handige apps waar dit soort praktische zaken onderling snel gecommuniceerd kunnen worden.

© Nationale Zorggids